Jan Heemskerk
Jan Heemskerk Eten & Drinken 11 jan 2017
Leestijd: 7 minuten

Jan drinkt al 4 maanden geen alcohol. Hoe dat is? Lees en huiver!

Het is een wonderlijke sensatie: twee uur ’s nachts, net nieuwjaar, hier en daar sist nog een verdwaalde keukenmeid door de polder. De tijd van mooi geweest, het licht gaat uit, de helft van de mensen wankelt op de fiets naar het dorp, de andere, vooral kinderen, worden per auto naar huis gebracht. Door mij.

Ik, rijden tijdens nieuwjaarsnacht. Dat zou normaal gesproken niet kunnen. Normaal gesproken staat de teller om twee uur ’s nachts op 12 wijn, 4 champagne en een moeilijke cocktail bij binnenkomst. Plus een paar biertjes voor de dorst. Maar niet dit keer. Want ik sta droog. Al vier maanden trouwens. Om redenen waar ik jullie verder niet mee zal vervelen.

Het zou goed kunnen dat jullie hem wel stevig hebben geraakt, de afgelopen weken. En dat is prima. Sterker nog: dat is zalig! Maar mocht je rond 4 januari nog steeds hebben gedacht ‘ik drink nooit weer!’… Mocht je getormenteerde lever twee etmalen na de laatste slok nog steeds wanhopig hebben geklopt tegen je buikwand… Mocht je nog steeds – min of meer serieus – denken dat je er verstandig aan zou doen een beetje te minderen of – god forbid – helemaal (een tijdje) te stoppen met drinken… dan zijn hier de pro’s en con’s van Een Bestaan Zonder Alcohol.

Nadeel: er is geen drinkbaar alternatief

Ik zou hier dolgraag willen verklaren dat de smakelijke alternatieven voor alcohol voor het oprapen liggen, maar dat is niet waar. Traditionele frisdrank is vies of begint na drie glazen te vervelen (tonic is nog het beste, maar je krijgt snel bitterbek), Virgin Cocktails zijn soms drinkbaar maar veelal iets te fruitvrolijk en qua uitstraling niet al te mannelijk.

Thee en water zijn per saldo nog de beste oplossing. En koffie natuurlijk. Toch voelt het droevig, als je vloeibare smaakpalet uit louter koffie, thee en water bestaat. Ook al komt die thee honderd keer uit de hoogvlaktes van Malawi en moet je 120 euro dokken voor een onsje.

In mijn wanhoop heb ik het ook nog even gezocht in alcoholvrije drank. Daarover valt het volgende op te merken: alcoholvrij bier smaakt precies als bier, en zo kom je er dus achter dat je bier niet drinkt voor de smaak, maar voor de alcohol. Alcoholvrije wijn (gede-alcoholizeerde wijn, moet ik eigenlijk zeggen) smaakt als gefermenteerd druivensap zonder ziel. En dat is, om verwarring te voorkomen, ronduit goor. En dat concludeer ik na twee soorten wit, twee soorten rood en een fles champagne – die uiteindelijk nog wel te hachelen was. Voor deze ene keer.

Uiteindelijk ben ik – qua favoriet – uitgekomen op Crodino (of soortgelijke bitters) gemengd met Spa citroen of Rivella cranberry. Die laatste is ook puur wel drinkbaar.

Voordeel: je slaapt als een baby

Misschien weet je dit al, maar voor mij kwam hij toch nog als een verrassing: zonder drank slaap je als een baby. En ik maar denken dat die twee medicinale wijntjes voor het slapen gaan juist de nachtrust zouden bevorderen, of in elk geval de edge van de stress zouden slijpen, zodat ik gemakkelijker in slaap zou vallen. Niks van dat al.

Drink je niet, slaap je veel beter. En dieper. En droomlozer. Het enige is: je moet erg vaak plassen van alle thee en water. En: je bent gewoon nog net zo moe als voorheen. Het lijkt zelfs wel of je elke avond eerder naar bed wilt dan vroeger. Ik houd het er maar op dat ik een nieuw en natuurlijk bioritme heb opgelopen, dat mijn nuchtere lichaam weer in de kippen-op-stok-modus heeft gezet. Voordeel: je doet veel langer met je Netflix-series, want valt telkens bij het bingen in slaap.

Nadeel: je bent altijd spelbreker

Het klinkt misschien vreemd, maar mensen vinden het ongemakkelijk als je ineens niet meer drinkt. Zeker als ze gewend zijn dat jij joelend voorop gaat in de drank, en pas ophoudt als je met zachte dwang uit het café wordt verwijderd. Blijkbaar voelt het voor anderen of je de zuipclub in de steek laat en je ouwe drinkebroers te kakken zet.

Ik wil hier graag nog even benadrukken dat zoiets absoluut niet mijn bedoeling is, en iedereen wat mij betreft heerlijk katjelam in de kroonluchters moet gaan hangen als hij of zij daar zin in heeft. Maar het lijkt vaak of deze disclaimer aan dovemansoren is gericht. Stop je met drinken, wees er dan op voorbereid dat mensen je een spelbreker en aansteller vinden, die gerust af en toe best even een biertje mag nemen, want het heeft nu wel lang genoeg geduurd. Kijk er ook niet van op als iedereen je ineens ongezellig vindt, terwijl je zelf die indruk allerminst hebt. Ze wennen er wel aan. Hoop ik.

Voordeel: je valt lekker af

Ik zat dus nog een kilo boven de honderd, ten einde raad, toen de diëtiste zei: ‘je weet wat je eraan kunt doen’. Het is namelijk een ellendige vrouw. Maar ze had wel gelijk. Ik stopte met drinken en viel als een baksteen door de barrière. Want helaas zit alcoholhoudende drank als bier en wijn kneitervol suikers en kilocalorieën.

Nu ben ik 95 kilo en oogst ik complimenten van mooie vrouwen als een combine in een maagdelijk graanveld bij ondergaande zon. Of zoiets. En dat is wel een zeer belangrijk voordeel, mocht je nog aan het daten zijn. Mede gezien je sterk verbeterde potentie. Voor we die vergeten.

Extra voordeel: je hebt een sterk verbeterde potentie

Kun je normaal gesproken het jachtseizoen om tien uur ’s avond voor gesloten verklaren omdat je iets te veel ‘liquid courage’ hebt ingenomen en het toch maar een beetje lusteloos prakken zou worden, nu blijf je tot diep in de nacht paraat en bereid. Dat levert, zeker als je dame wel voldoende alcohol heeft genuttigd om de nodige remmingen kwijt te spelen, interessante en energieke nachten op. Met je reputatie intact. Nee, legendarisch.

Nadeel: je wordt nooit meer dronken

En dan bedoel ik natuurlijk ‘gezellig dronken’. De licht overmoedige vorm van bedwelming waarbij je, meestal tot je eigen verassing, de dingen durft te zeggen die je anders nóóit zou zeggen, de dingen durft te doen die onder normale omstandigheden zéker zou laten (dansen), en de vragen durft te stellen die je anders wel uit je hoofd zou laten (vrijwel altijd een variant op: zullen we seks hebben).

Ik denk oprecht aan de alcohol heb te danken dat ik vandaag niet verbitterd in mijn alleengaandenflat zit te tieren tegen mijn schurftige yucca. In die zin is het jammer is dat die prikkelende substantie, die er ooit toe heeft geleid dat ik met succes ben ontmaagd en sindsdien een aanzienlijke liefdescarrière heb weten op te bouwen, mij nu niet meer ter beschikking staat. Gelukkig ben ik al gelukkig.

Voordeel: je wordt nooit meer dronken

De andere kant van de medaille: je wordt nooit dronken. Loopt nooit meer dom te lallen, stapt niet meer wilsonbekwaam achter het stuur, wordt niet meer overvallen door melancholieke somberte of blinde agressie. Je valt niet meer op ongewenste momenten in slaap en hoeft geen moeilijke nachtelijke spuugjes in het grote porseleinen gat. En het allermooiste: je hebt nooit meer katers.

Mocht ik al worden bezocht door het verlangen mezelf vol te gieten, hoef ik maar één moment te denken aan mijn zware katers van weleer, en dan aan mijn kakelfrisse morgenochtend, om direct opgewekt op zoek te gaan naar een busseltje munt, een citroen en een glas kokend water.

Houd ik vol?

Wat is wijsheid? Moeilijk te beslissen voor een ander. Mijn eigen grote vraag is vooral: blijf ik droog? Het antwoord: geen idee. Ik kan het me eerlijk gezegd niet voorstellen, maar dat kan komen doordat je dertig jaar doortastend en tevreden alcoholgebruik geestelijk niet zomaar afschudt. Vooralsnog verleng ik telkens voorzichtig met een dag, een week, een maand en zien we wel waar het schip strandt.

Ik overweeg de alco-vrije midweek in te stellen. Ik overweeg strikt een twee-per-dag-politiek te adopteren. Maar eerlijk gezegd lijken beide oplossingen me niks. Ik ben niet van de matigheid – meer van de alles of niets. We zien het wel. Maar ik durf nu toch wel te bekennen: het voelt wél erg lekker.

Schrijf je in voor Manners Weekly!

Elke vrijdag echte verhalen regelrecht in je mailbox.