Jana Witteman
Jana Witteman Interview 16 feb 2023
Leestijd: 5 minuten

Startup Talk: hoe een persoonlijk drama leidde tot een burn-out tool

Een vaag idee uitrollen tot een bloeiend bedrijf: klinkt aantrekkelijk, maar het gaat meestal niet zonder slag of stoot. Deze week in Startup Talk spreken we de jongens achter Binqy, die zich hard maken om burn-outs vroegtijdig te signaleren.

Wekelijks delen we de (harde) lessen van een beginnend ondernemer. Dan weet jij alvast wat je te wachten staat. Binqy is in het leven geroepen om burn-outs te voorkomen én tijdig te signaleren. De tool is gestoeld op het wetenschappelijk Job Demands-Resources model. Dankzij een monitoringssysteem houdt de werknemer zijn of haar eigen welzijn in de gaten en met de geanonimiseerde informatie weet de werkgever direct hoe het eigenlijk met de werknemers gaat. Minder collectieve burn-out kosten en minder klachten op individueel niveau: win-win, toch?

Hoe zijn jullie op het idee gekomen voor dit bedrijf?

“Een goede vriendin van Joris kwam in het voorjaar van 2021 in een serieuze burn-out terecht. Vanuit deze burn-out raakte ze daarbovenop helaas ook nog depressief, waarna ze een einde aan haar leven heeft gemaakt. Voor Joris was dat het startpunt waarop hij is gaan nadenken over burn-outs en mentale gezondheid. Tijdens onze master Entrepeneurship – waar we elkaar hebben ontmoet –
hebben we dit wereldwijde probleem verder onderzocht. Wat bleek? Veel van de bestaande oplossingen zijn niet gericht op preventie.” Dat is waar Binqy is geboren.

Wat was de doorslag om écht te starten?

“We voelden alle drie een intrinsieke drive om dit probleem te tackelen. Daarnaast heeft die masterstudie eraan bijgedragen te beginnen. Tijdens het vak ‘The Startup Challenge’ was de opdracht zelf een onderneming op poten te zetten. Vervolgens hebben we ons idee gepitcht tijdens een programma dat was opgezet vanuit de Amsterdam Business School. Dat leverde ons 1.000 euro op, wat toen een heel fijn startbedrag was om pilots te starten en kleine investeringen te doen. Vanaf toen waren we los.”

Welk startkapitaal hadden jullie nodig?

Dat was niet zo concreet, legt Jelle uit. “Die eerste 1.000 euro heeft enorm geholpen. Inmiddels heeft het founding team zelf een paar duizend euro in het bedrijf geïnvesteerd. Het eerste jaar hebben we zelf part-time gewerkt, zodat er tijd over zou zijn om aan Binqy te werken. We wilden genoeg verdienen om zelf te kunnen leven, zodat we niet direct aandelen kwijt zouden zijn aan potentiële aandeelhouders. Eigenlijk zijn we bootstrapping gestart zoals dat heet.”

Voor de leken onder ons: dan wordt een bedrijf gestart zonder externe financiering. “Sinds september 2021 was er geld nodig om te blijven groeien en verbeteren. Via Amsterdam Academic Angel Fund hebben we een investering van 10.000 euro ontvangen, waarmee we weer door kunnen.”

Hoe staat het er nu financieel voor?

“Goed, per 1 februari zijn we een samenwerking gestart met het bedrijf OOPKOP. We werken aan nieuwe samenwerkingen en verschillende betalende klanten zijn binnen vanaf 1 maart. Dan lanceren we de 2.0 versie van onze tool. Momenteel werken alle drie nog voor een andere baas, maar we zijn flink aan het afschalen. Over twee maanden willen we vol op Binqy kunnen focussen.”

Wat hebben jullie verder nodig om door te kunnen groeien?

“Met die vraag zijn we constant bezig. Het belangrijkste was een kantoor. Maar per 1 februari hebben we een plek op de Keizersgracht in Amsterdam waar we heel blij mee zijn. Daarnaast is er natuurlijk altijd te weinig tijd, dus daar zouden we ook meer van nodig hebben. En geld blijft belangrijk. We zijn in gesprek met meerder investeerders, financieel adviseurs en banken om de volgende stappen concreet te maken.”

Denken jullie al na over vakantiedagen, pensioenen en verzekeringen?

“Intern bespreken we dat natuurlijk wel, maar daar ligt nu niet onze focus. Zeker vakantiedagen vinden wij iets dat werknemers anno 2023 prima zelf kunnen bepalen. We houden daar natuurlijk wel zicht op, maar we willen daar niet te veel bovenop zitten. Verzekeringen en pensioenen zijn we tot nu toe nog niet mee bezig geweest, maar dat komt er zeker aan.”

Wat is de grootste les geweest tijdens de start van dit bedrijf?

“Wat mij specifiek is bijgebleven”, begint Jelle, “is dat successen worden behaald dankzij minuscule stapjes. Voornamelijk in de beginfase voelt het soms alsof niks lukt, alsof je niet vooruitkomt. Totdat er een punt wordt bereikt waar alles ineens gaat rollen. Ineens worden wij nu benaderd en hoeven we niet meer zelf op iedereen af. We zijn er nog lang niet, maar na een jaar lang komt de boel nu echt op gang. Vertrouw op de kleine stapjes, zou ik tegen anderen willen zeggen. Blijf doorgaan en uiteindelijk zal dit altijd leiden tot vervolgstappen.”

Wat is jullie belangrijkste tip voor andere startups?

“Dat is een makkelijke: network is key. Zorg dat je je omringt met de juiste mensen. Om je heen, maar ook in je team. Het is leuk om alle aandelen voor jezelf te houden, maar tegelijkertijd is er dan niemand die evenveel aandacht en energie in het bedrijf wil steken als jijzelf. Iedere startup maakt grote ups, maar nog grotere downs mee. Op die minder succesvolle momenten is het fijn om elkaar te kunnen motiveren. Met de juiste mensen om je heen wordt dit makkelijker. Voor ons is het belangrijk dat we het als co-founders goed met elkaar kunnen vinden. Het helpt dat we verschillende achtergronden hebben en we hebben nu de juiste adviseurs. Voor ons is dat de gouden regel voor succes.”

Schrijf je in voor Manners Weekly!

Elke vrijdag echte verhalen regelrecht in je mailbox.