Michiel Hekkens Gezondheid 4 jun 2025, 10:44

Leestijd: 2 minuten

Mensen met huisdieren hebben 14% minder kans op deze ziektes

Hoe ze het doen weet niemand, maar huisdieren zorgen ervoor dat hun baasjes minder vatbaar zijn voor allerlei ziektes. Wetenschappers zien een verlaagde kans op auto-immuunziekten (onder meer MS, ziekte van Crohn en inflammatoire darmziekte), astma en allergieën. 

Het is voor onderzoekers niet makkelijk om uit te dokteren waarom de ene persoon een bepaalde ziekte krijgt en de andere niet. Dit kan liggen aan erfelijkheid, voeding, leefstijl, omgevingsfactoren en hoop pech c.q. geluk. Soms vindt men echter een concreet verband tussen oorzaak en gevolg. Dit gebeurde in 2016 tijdens een onderzoek naar de Amish, een geloofsgemeenschap in de Verenigde Staten. Hier werd voor het eerst een verband tussen huisdieren en een verlaagde kans op bepaalde ziekten aangetoond.

Gelovig boerenvolk leidt tot ontdekking van gezondheidsvoordelen dieren

Sinds de jaren zestig komen in de hele wereld steeds meer auto-immuunziekten, astma en eczeem voor, maar niet bij de Amish. Zij lijden vier tot zes keer minder aan deze ziektes dan andere mensen. Komt het doordat ze meer bewegen? Doordat ze geen luchtvervuiling hebben? Of doordat ze niet zoveel ultrabewerkte rotzooi als wij eten? Zoals wel vaker stonden de wetenschappers voor een onontwarbare kluwen van mogelijke oorzaken en redenen, totdat ze ontdekten dat het heel ergens anders aan lag.

Een nabijgelegen geloofsgemeenschap, de Hutterites, bleken geen verlaagde kans op de ziektes te hebben, terwijl ze wel dezelfde voeding, leefstijl, omstandigheden en erfelijke afkomst als de Amish hadden. Het enige verschil tussen beide gemeenschappen: de Hutterites hielden geen dieren op hun terrein, de Amish wel. Van jongs af kwamen zij in aanraking met kippen, honden, paarden, koeien en katten. In 2016 verscheen een wetenschappelijk artikel dat dit contact met dieren aanwees als de reden dat de Amish vier tot zes keer minder kans hebben op MS, reuma, darmziekten, Crohn, astma en eczeem dan de rest van de wereld.

Gezondheidsvoordelen van een hond

Dit onderzoek uit 2016 is inmiddels wereldberoemd. Sindsdien wordt het wetenschappelijke bewijs voor de gezondheidsvoordelen van huisdieren elk jaar lijviger en lijviger. Zo ontdekte men dat kinderen die met een hond opgroeien 13 tot 14% minder kans hebben op hooikoorts, eczeem en astma. Des te meer huisdieren iemand heeft en des te groter de variëteit aan soorten, des te meer dit percentage toeneemt. Inmiddels staat dit bekend als het ‘kinderboerderij-effect’. Huisdieren verrijken ons microbioom en versterken ons immuunsysteem, vermoeden de wetenschappers. Al weet niemand hoe ze dat precies doen.

Anno 2025 maken maatschappelijke instanties van dit inzicht gebruik door mensen meer in contact met dieren te brengen. In de Amerikaanse staat Arizona koppelt men bijvoorbeeld bejaarden aan asielhonden om hun immuunsysteem te verbeteren. In Italië laat men weeskinderen een keer per week paarden verzorgen. Dit zorgt voor meer gunstige metabolieten in hun darmflora, ontdekte men al na zestien weken. En ja, er zullen altijd mensen zijn die zijn grootgebracht tussen 350 honden in een mega-asiel en alsnog eczeem, astma, MS én hooikoorts krijgen. Maar die hebben gewoon heel veel pech.